Op zijn twintigste ontdekte Frank dat hij het leuk vond om schaakles te geven. Hij nam toen twee jeugdtalenten onder zijn hoede. Gezamenlijk analyseerden zij de gespeelde partijen. ‘De Stappenmethode bestond toen nog niet,’ aldus Frank. ‘Ik werkte vooral met de boeken van Max Euwe. Daar heb ik veel aan gehad. Daaraan heb ik ook mijn toverwoord ontleend. Dat is: ontwikkelen. Het eerste dat ik kinderen en beginners leer is: ontwikkel je stukken. Schaken is zo’n gedemocratiseerde sport dat je met een pion, de laagste in de hiërarchie, de koning kunt verslaan. Schaken is een stijlvolle sport. Spelers kunnen het spel heel fanatiek spelen, want je wilt natuurlijk winnen. Maar het leidt niet tot agressieve tonelen. In welke sport ga je na afloop met je tegenstander aan tafel zitten om de wedstrijd te analyseren? Als je verliest dan heb je dat helemaal aan jezelf te wijten.’

De Stappenmethode was voor Frank een openbaring: ‘Door deze methode heb ik geleerd om heel gestructureerd te werken. De systematische opbouw geeft de docent en de leerlingen houvast.’ (De Stappenmethode omvat zes stappen, waarin de leerling zich ontwikkelt van beginner tot een speler op het topniveau. De methode wordt gebruikt door veel schaakverenigingen en docenten die schaakles op scholen geven.)

In 2010 naam Frank de beslissing om van zijn passie zijn beroep te maken. Hij vestigde zich als zelfstandig schaaktrainer met de diploma’s Schaaktrainer 1, 2 en 3. Die geven hem de bevoegdheid om les te geven tot en met stap vijf van de Stappenmethode. Hij omschrijft zichzelf als een schaaktrainer die ‘zijn liefde en passie voor het schaakspel overbrengt op de kinderen. Als het moet kan ik heel streng zijn, maar ik merk dat kinderen dat waarderen. Het mooiste compliment is als een kind tegen mij zegt: ‘ik heb de hele dag uitgekeken naar de schaakles.’

Meer over Frank is te vinden op zijn website schaakpret.nl.